Juridische Nieuwsflits juni 2012 Terug naar nieuwsoverzicht

 

 

 


Zorgplicht van bank bij uitwinning van zekerheden


Lees artikel


De rechtspositie van de ZZP'er nader belicht

Lees artikel

 

Zorgplicht van bank bij uitwinning van zekerheden

 

Bedrijfskrediet pleegt door een bank te worden verstrekt onder de verplichting van de geldlener om zekerheden te verstrekken. Komt het tot uitwinning van de zekerheden, omdat de geldlener niet aan diens (terug)betalingsverplichting voldoet, dan doet zich de vraag voor welke spelregels daarbij gelden. Dit is met name relevant indien niet alleen de positie van de geldlener in het geding is, maar ook de positie van andere belanghebbenden, zoals een borgverstrekker, andere zekerheidsgerechtigde of beslaglegger.

 

De volgende zaak deed zich voor. De onderneming had voor een verkregen bankkrediet van 1 miljoen euro pandrecht op haar debiteurenportefeuille verstrekt. De onderneming had bij een andere financier nog eens een bedrag geleend van 400 duizend euro. Zij had daarvoor een tweede pandrecht op dezelfde debiteurenportefeuille verstrekt. De onderneming ging failliet. Per faillissementsdatum was de schuld aan de bank 900 duizend euro en aan de andere financier nog steeds 400 duizend euro. De debiteurenportefeuille bedraagt ca. 1,5 miljoen euro. De bank besloot de debiteurenportefeuille zelf uit te winnen. Uiteindelijk incasseerde de bank slechts een bedrag van 500 duizend euro. De rest van de vorderingen werd als oninbaar beschouwd. Voor de andere financier bleef niets over. De andere financier vroeg de bank om een toelichting, maar de bank achtte zich niet verplicht om zich jegens deze andere financier te verantwoorden. Volgens de bank bestaat er geen (contractuele) verplichting op grond waarvan de bank gehouden is zo'n verantwoording af te leggen.

 

Hier gelden de volgende regels. Op de bank rust een zorgplicht om haar zekerheden zo goed mogelijk uit te winnen. Jegens de geldlener vloeit deze zorgplicht voort uit de contractuele verhouding en de Algemene Bankvoorwaarden, jegens de andere belanghebbenden uit de bijzondere maatschappelijke positie die een bank inneemt (aldus de Hoge Raad in het arrest 'Safe Haven'). Hoewel de wet daarover niets bepaalt, dient de bank (en trouwens een ieder die zekerheden of beslagen goederen executeert) te streven naar de hoogste opbrengst (o.a. Hof Arnhem inzake 'Leisureplan'). Dezelfde zorgplicht brengt mee dat de bank niet lichtvaardig rechten en zekerheden prijsgeeft. De controle daarop geschiedt door het afleggen van rekening en verantwoording door de bank. De wet bepaalt dat het afleggen van rekening en verantwoording geschiedt, indien na uitwinning door de bank een batig saldo overblijft. In bovengenoemde zaak was van een batig saldo geen sprake.

 

Op grond van de ratio van deze wetsbepaling is het voor de hand liggend dat de bank ook gehouden is zich te verantwoorden over haar incassobeleid, indien geen batig saldo overblijft. Het afleggen van verantwoording gaat verder dan de enkele vermelding van baten en uitgaven. Ook staat ter toetsing de vraag of de bank inkomsten heeft laten lopen of kosten heeft gemaakt die niet hadden mogen worden gemaakt (Hoge Raad NJ 2003, 496). De bank dient dus volledig inzage te geven in het verloop van de uitwinning van de debiteurenportefeuille. De bank hoeft dat niet uit zichzelf te doen. De plicht tot het afleggen van rekening en verantwoording ontstaat pas indien de bank daar uitdrukkelijk om wordt verzocht.

 

Bij de uitwinning van een debiteurenportefeuille geeft de wet geen duidelijke regels wanneer rekening en verantwoording moet worden gevraagd. Het kan tussentijds, maar zal uiterlijk dienen te gebeuren zodra de bank aangeeft, dat zij 'klaar' is met haar incassowerkzaamheden. Wacht de andere belanghebbende te lang met het verzoek, dan komt het recht op rekening en verantwoording te vervallen. Indien de bank niet goedschiks tot het afleggen van rekening en verantwoording overgaat, dan dient daartoe een vordering bij de rechtbank te worden ingesteld. Blijkt de bank zich niet behoorlijk van haar taak te hebben gekweten, dan zal zij aansprakelijk zijn voor de schade die daardoor is ontstaan. In relatie tot een borgverstrekker kan dat bijvoorbeeld betekenen dat de borg ontslagen wordt uit diens verplichting.

 

In bovengenoemd geval kan dat betekenen dat de bank aansprakeliik is indien komt vast te staan dat bij een behoorlijke incasso-inspanning ook de tweede pandhouder betaling had kunnen ontvangen.


. . . terug naar boven

De rechtspositie van de ZZP'er nader belicht

 

Vaak wordt gedacht dat de bescherming die het arbeidsrecht biedt geen enkele rol speelt tussen de ZZP'er en zijn opdrachtgever. Dit is echter een misvatting.

 

Zo zijn slechts weinig werkgevers op de hoogte van het feit dat voor een beëindiging van een overeenkomst met een ZZP'er in bepaalde gevallen een ontslagvergunning van het UWV Werkbedrijf noodzakelijk is. Dit is kortgeleden nog bevestigd in een zaak bij de kantonrechter Rotterdam, waar het ging om een culinair journaliste die maandelijks een aantal recepten schreef voor een kookrubriek in het NRC Handelsblad. Bij zijn overwegingen verwees de kantonrechter naar art. 1 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (BBA), waarin onder meer wordt bepaald dat degene die arbeid verricht voor minder dan twee opdrachtgevers ook als werknemer wordt beschouwd, tenzij deze arbeid voor hem slechts een bijkomstige werkzaamheid is.

 

Aangezien de relatie tussen de journaliste en het NRC Handelsblad voldeed aan het werknemersbegrip van het BBA, oordeelde de kantonrechter dat de opzegging van de opdrachtovereenkomst vernietigbaar was vanwege het ontbreken van een ontslagvergunning. Vervolgens werd het NRC veroordeeld tot doorbetaling van de overeengekomen maandelijkse vergoeding.

 

Daarnaast heeft de Hoge Raad op 23 maart 2012 een belangwekkende uitspraak gedaan over de aansprakelijkheid van opdrachtgevers voor bedrijfsongevallen van ZZP'ers. Het ging in de betreffende zaak om een ZZP'er die tijdens reparatiewerkzaamheden aan een machine, een been heeft verloren. Omdat de ZZP'er geen arbeidsongeschiktheidsverzekering had afgesloten, stelde hij zijn opdrachtgever aansprakelijk.

 

Bij de Hoge Raad ging het voornamelijk om de uitleg van art. 7:685 lid 4 BW, welk artikel bepaalt dat: "Hij die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten door een persoon met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft, is overeenkomstig de leden 1 t/m 3 aansprakelijk voor de schade die deze persoon in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt."

 

Tot voor kort werd in de literatuur vaak verdedigd dat deze bepaling betrekking had op ingeleend personeel dat werkzaam was op basis van een arbeidsovereenkomst, zoals een uitzendkracht. De Hoge Raad oordeelt echter dat een ruime opvatting navolging verdient, met name vanuit de beschermingsgedachte van art. 7:658 lid 4 BW en het feit dat uit de memorie van toelichting blijkt dat de wetgever ook personen heeft willen beschermen die zich in een vergelijkbare positie bevinden als werknemers. De Hoge Raad concludeert vervolgens dat de opdrachtgever aansprakelijk is voor de door de ZZP'er geleden schade.

 

Uit bovenstaande jurisprudentie kan worden opgemaakt dat ZZP'ers steeds meer op gelijke voet worden beschermd als werknemers. Voor een opdrachtgever verdient het dan ook aanbeveling om bij het contracteren van een ZZP'er eerst na te gaan hoeveel opdrachtgevers hij heeft, zodat hij bij beëindiging van de overeenkomst geen ontslagvergunning behoeft te vragen alsmede te controleren of de betreffende ZZP'er een adequate arbeidsongeschiktheid heeft afgesloten. Hiermee kan de opdrachtgever mogelijk in een vroeg stadium voorkomen dat hij jegens een ZZP'er dezelfde verplichtingen heeft als een werknemer.


. . . terug naar boven

Ontslagrecht vereenvoudigd

 

Het kabinet is akkoord gegaan met voorstellen van minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om de arbeidsmarkt te hervormen. Werkgevers kunnen straks werknemers zonder voorafgaande toets ontslaan, maar betalen wel de eerste periode van werkloosheid. Werknemers krijgen bij ontslag een financiële vergoeding die ingezet moet worden voor scholing of voor het vinden van een nieuwe baan.

 

Er komt één route voor het ontslaan van werknemers. Het huidige stelsel kent twee verschillende ontslagroutes, via het UWV of via de rechter; het is daarmee nodeloos ingewikkeld en kan in gelijke situaties leiden tot ongelijke uitkomsten. Straks mag een werkgever een werknemer ontslaan zonder toetsing vooraf. De opzegtermijn van werkgevers en werknemers om een contract te kunnen beëindigen, wordt voortaan twee maanden voor iedereen. De werkgever moet het ontslag wel goed motiveren. Ook moet een hoorprocedure worden gevolgd waarbij de werkgever het ontslag aankondigt en de werknemer hierop kan reageren. Is de werknemer het niet eens met het ontslag, dan kan hij of zij naar de rechter stappen. Het kabinet gaat er daarbij vanuit dat werkgevers en werknemers zich in ieders belang inspannen om de hoorprocedure zo zorgvuldig te voeren dat een onnodige gang naar de rechter wordt voorkomen.


. . . lees verder op Internet

Wetswijzigingen incassokosten en betalingstermijnen

 

Vanaf 1 juli geldt een maximum aan de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten en gaat de wettelijke rente voor niet-handelstransacties omlaag. Vanaf 1 januari 2013 worden betalingstermijnen wettelijk vastgelegd.

 

De vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt per 1 juli berekend als percentage van het bedrag dat uw schuldenaar aan u als schuldeiser verschuldigd is. Hoe hoger de vordering, hoe lager het percentage. Er geldt een minimumbedrag van 40 euro en een maximumbedrag van 6.775 euro. De incassokosten voor een bedrijf zijn niet hoger dan wettelijk is vastgelegd, tenzij bedrijven met elkaar hogere incassokosten afspreken.

 

De wettelijke rente voor niet-handelstransacties gaat omlaag van 4% naar 3%. Als het nodig is, wordt het percentage van de wettelijke rente ieder half jaar aangepast. Dit gebeurt per 1 januari en per 1 juli.


. . . lees verder op Internet

Administratiekosten bij verkeersboetes niet in strijd met de wet

 

Het in rekening brengen van administratiekosten bij de inning van verkeersboetes is niet in strijd met de regelgeving, zo oordeelde het gerechtshof te Leeuwarden medio juni.

 

Een kantonrechter van de rechtbank Amsterdam oordeelde in februari van dit jaar anders. Volgens de kantonrechter was het in rekening brengen van administratiekosten in strijd met het uitgangspunt dat de kosten van het opleggen van straffen ten laste van de Staat komen. De officier van justitie kon zich niet verenigen met de uitspraak van de Amsterdamse kantonrechter en stelde hoger beroep in bij het gerechtshof te Leeuwarden.

 

Het gerechtshof heeft vastgesteld dat het in rekening brengen van administratiekosten bij het opleggen van een administratieve sanctie op een deugdelijke wettelijke grondslag rust. Het is aan de wetgever om te bepalen of de kosten van de inning van verkeersboetes bij de overtreders in rekening worden gebracht. Het in rekening brengen van administratiekosten is niet in strijd met internationale regelgeving.


. . . lees verder op Internet

Zzp’ers gelijke bescherming tegen arbeidsrisico’s als ‘gewone’ werknemers

 

Zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) die op dezelfde arbeidsplaats als andere werkenden zoals 'gewone' werknemers werken, genieten voortaan hetzelfde beschermingsniveau van veilig en gezond werken als werknemers in loondienst. Hierdoor worden bijvoorbeeld maatregelen op de bouwplaats om lichamelijke belasting te verminderen voor zzp’ers en werknemers gelijk. Het besluit is vanaf 1 juli 2012 van kracht.

 

Ook het werken in een internetcafé of een andere plek dan bij de werkgever of thuis, wordt voortaan gemakkelijker. De Arboregels voor dit zogenoemde plaatsonafhankelijke werken worden verlicht. De soepeler eisen golden al bij de werknemer thuis, maar gelden nu ook voor het werken op andere plekken buiten het bedrijf, zoals bijvoorbeeld in een (internet)café of bij een klant. Zo is de werkgever bijvoorbeeld niet meer verantwoordelijk dat de afzuiging werkt in de trein waarin de werknemer zijn werk verricht. Dit betekent minder kosten, minder administratieve lasten en minder regels voor werkgevers.


. . . lees verder op Internet

Merknamen en logo's in veel gevallen niet beschermd

 

Veel ondernemers denken – ten onrechte - dat hun naam goed beschermd is omdat ze hem als handelsnaam of als domeinnaam hebben geregistreerd. Een dergelijke registratie biedt echter geen bescherming als de naam door een ander als merknaam geregistreerd is bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Ook denken veel ondernemers dat hun logo voldoende beschermd is door 'auteursrecht', terwijl alleen een registratie van het logo bij het BBIE voor bescherming zorgt bij merkinbreuk.

 

Uit onderzoek onder het Ondernemerspanel van de Kamer van Koophandel blijkt dat 62% van de ondernemers één of meerdere namen gebruikt om zijn producten en/of diensten aan klanten aan te bieden. Ruim een kwart van deze groep heeft deze naam(en) beschermd, ruim vier op de tien hebben dit niet gedaan en drie op de tien weten niet of dit het geval is. Acht op de tien ondernemers gebruiken een logo. Van deze groep heeft driekwart dit logo niet als merk beschermd.

 

Eén op de tien ondernemers heeft wel eens een conflict over een handelsnaam, merknaam of domeinnaam gehad met een andere ondernemer. Onder internationale ondernemers komt dit wat vaker voor. In 38% van de gevallen is een dergelijk conflict onderling opgelost en 21% van de conflicten is vanzelf voorbij gegaan.


. . . lees verder op Internet

Wetswijzigingen 1 juli 2012

 

Tot en met 1 juli 2012 krijgt u als ondernemer te maken met een aantal nieuwe en gewijzigde regels. Op deze pagina vindt u een selectie van deze regels. Het overzicht wordt tot 1 juli 2012 bijgewerkt.

 

Let op: De ingangsdatum van een aantal wetswijzigingen is nog niet definitief. Inwerkingtreding is afhankelijk van goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer of afkondiging van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) of ministeriële regeling en publicatie in het Staatsblad of de Staatscourant.


. . . lees verder op Internet

 


Afmelden

Indien u deze nieuwsbrief niet meer wenst te ontvangen kunt u zich hiervoor afmelden door dit kenbaar te maken middels het sturen van een mail aan ons kantoor. Klik hiervoor op een van de knoppen bovenaan deze nieuwsbrief.

Disclaimer

Hoewel bij het samenstellen van de inhoud van deze digitale nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, sluiten de samenstellers van deze digitale nieuwsbrief iedere aansprakelijkheid uit voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van informatie die in of via deze digitale nieuwsbrief beschikbaar is.

 

 

Terug naar nieuwsoverzicht