|
Faillissementsaanvraag van buitenlandse wanbetaler: waar moet u zijn?
Grensoverschrijdend zakenverkeer binnen Europa neemt steeds meer toe. Handelsbarrières worden immers steeds meer opgeheven. Wanbetaling binnen Europa neemt ook toe. De kredietcrisis laat zich overal gelden. Waar moet u zijn indien u het faillissement van een buitenlandse wanbetaler wil aanvragen?
Volgens de Europese Insolventieverordening moet het faillissement worden aangevraagd in het land waarin 'het centrum van de voornaamste belangen' is gelegen. Vermoed wordt dat dit het land is waar het bedrijf zijn statutaire zetel heeft. Dit vermoeden is weerlegbaar. Dat zal echter niet makkelijk zijn, omdat hiervoor door het Hof van Justitie van de EU strenge eisen worden gesteld aan de weerlegging van dat vermoeden.
Denkbaar is dat het vermoeden kan worden weerlegd in het geval van het bekende voorbeeld van de 'groenteboer op de hoek' die zijn bedrijf in de vorm van een engelse limited (soort besloten vennootschap naar Engels recht) voert. Formeel is het bedrijf gevestigd in Engeland, maar feitelijk worden de activiteiten in Nederland uitgevoerd. Post wordt door de Engelse beheerder direct doorgestuurd naar de groenteboer en vanuit Nederland beantwoord, etc. Als er dan sprake is van wanbetaling, dan kan het faillissement van de limited hier in Nederland worden aangevraagd.
. . . terug naar boven
|
Hoe ver gaat de verzekeringsplicht van een werkgever voor ongevallen van een werknemer?
Uit de wet en jurisprudentie blijkt dat een werkgever een vergaande zorgplicht heeft om een arbeidsongeval van zijn werknemer te voorkomen. De laatste jaren is echter een nieuwe ontwikkeling te bespeuren in de jurisprudentie die verband houdt met de vraag in hoeverre een werkgever is gehouden zorg te dragen voor een behoorlijke verzekering van werknemers voor bepaalde risico's die zij lopen in de uitoefening van hun werkzaamheden.
Een zaak die in 2008 veel stof heeft doen opwaaien, is de zaak Kooiker/Taxi Nijverdal. In deze zaak ging het om een werknemer die als taxichauffeur bij het oversteken van een onbewaakte spoorwegovergang met zijn taxi werd aangereden door een trein. Als gevolg van deze aanrijding heeft de betreffende werknemer ernstig letsel opgelopen. Ook is hij volledig arbeidsongeschikt geraakt. De Hoge Raad oordeelde in deze zaak dat de werkgever uit hoofde van zijn verplichting zich als goed werkgever te gedragen, moest zorgdragen voor een behoorlijke verzekering van zijn werknemers, die door hun werkzaamheden als bestuurder van een motorvoertuig betrokken kunnen raken bij een verkeersongeval.
Ook in de zaak Stichting Maatzorg De Werven/Van der Graaf uit 2008 kwam de Hoge Raad tot eenzelfde beslissing. In deze zaak ging het om een werkneemster die in het kader van haar werkzaamheden hulpbehoevenden thuis bezocht, waarbij zij zich per fiets van huis naar huis verplaatste. Als gevolg van gladheid op de openbare weg is de betreffende werkneemster gevallen waarbij zij letsel heeft opgelopen. Bij het oordeel dat er ook in deze zaak sprake was van een verzekeringsplicht zijdens de werkgever, overwoog de Hoge Raad dat er geen rechtvaardiging is om onderscheid te maken tussen werknemers die een motorvoertuig besturen en werknemers die een niet gemotoriseerd voertuig, zoals een fiets, besturen.
Na deze uitspraken leek de deur geopend voor een nog verdergaande verzekeringsplicht van werkgevers voor bepaalde risico's, die werknemers lopen tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden.
In november 2011 heeft de Hoge Raad echter een tweetal uitspraken gewezen, waarin een einde wordt gemaakt aan de steeds verdergaande uitbreiding van aansprakelijkheid van werkgevers voor schade die werknemers in de uitoefening van hun werkzaamheden hebben opgelopen wegens het ontbreken van een behoorlijke verzekering.
In de eerste zaak ging het om een werknemer die door een geweldsdelict tijdens het uitvoeren van werkzaamheden in een tbs-instelling letstel had opgelopen. De Hoge Raad oordeelde dat de verzekeringsplicht van de werkgever beperkt dient te blijven tot de categorie van aan werknemers in de uitoefening van hun werkzaamheden overkomen verkeersongevallen. Bij deze beslissing werd door de Hoge Raad veel gewicht toegekend aan het feit dat een werkgever in de laatstgenoemde situatie slechts beperkte zeggenschap en invloed heeft op de werkzaamheden van een werknemer, in tegenstelling tot de arbeidsplaats zelf.
In de tweede zaak ging het om een werknemer van TNT Post die tijdens het te voet bezorgen van post was uitgegleden en letsel had opgelopen. Ook in deze zaak concludeerde de Hoge Raad dat er voor TNT Post geen verzekeringsplicht bestond. Het is interessant dat de Hoge Raad in deze zaak overweegt dat er goede argumenten zijn om werknemers een verdergaande, algemene bescherming tegen risico's van ongevallen in verband met hun werkzaamheden te bieden, maar dat het op de weg van de wetgever ligt om een regeling daarvoor te maken.
De afgelopen decennia is gebleken dat de Hoge Raad op het terrein van werkgeversaansprakelijkheid diverse malen belangrijke knopen heeft doorgehakt, terwijl het eigenlijk op de weg van de wetgever ligt om nieuwe regelgeving te creëren. Uit de laatste jurisprudentie blijkt dat de Hoge Raad het thans duidelijk overlaat aan de werkgever om hierin keuzes te maken.
Aangezien de wetgever de afgelopen jaren steeds meer risico's bij de werkgever heeft neergelegd, zoals de doorbetaling van het salaris tijdens ziekte gedurende een periode van twee jaar, met de daarmee gepaard gaande re-integratieverplichtingen, ligt het in de lijn der verwachtingen dat de wetgever de verzekeringsplicht van werkgevers voor bepaalde risico's die werknemers lopen, verder zal oprekken. Vooralsnog zal echter moeten worden afgewacht aan welke specifieke voorzieningen ten behoeve van werknemers de wetgever dan denkt. Dit zal dan wel moeten gebeuren in samenspraak met de verzekeringsbranche, die uiteindelijk moet beoordelen voor welke risico's er dekking kan c.q. zal worden verleend.
. . . terug naar boven
|
|
|
|
|
Onjuiste informatie geven over medische situatie levert een dringende reden op
De rechtbank heeft juist geoordeeld dat de werknemer zich tijdens zijn arbeidsongeschiktheid zodanig heeft gedragen dat van werkgever redelijkerwijs niet kon worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren en aan de ontstane werkloosheid van werknemer een dringende reden ten grondslag ligt. Van een verminderde verwijtbaarheid van werknemer is niet gebleken, zodat het Uwv de WW-uitkering blijvend geheel had moeten weigeren. Vaststaat dat werknemer op 23 september 2007 onder de naam [naam] de Dam tot Damloop, een hardloopwedstrijd over een afstand van 16,1 kilometer, heeft volbracht in een tijd van 1:32:22 uur. Werkgever kan worden gevolgd in de opvatting dat deze prestatie niet valt te verenigen met de knieklachten waarvan werknemer in zijn gesprekken met de bedrijfsarts op 21 september en 13 december 2007 melding heeft gemaakt.
. . . lees verder op Internet
Gemeente gaat over wonen in vakantiehuis
Het kabinet wil het beleid voor de bewoning van recreatiewoningen overlaten aan de gemeenten. Het wetsvoorstel Vergunning onrechtmatige bewoning wordt ingetrokken. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft voorgesteld om alle gemeenten aan te schrijven zelf de voorwaarden vast te stellen waaronder een vergunning wordt verleend. De VNG zal voorbeeldregels opstellen en de voortgang bewaken. Op basis van de afspraken met de VNG heeft het kabinet besloten dat het wetsvoorstel van het vorige kabinet kan worden ingetrokken. In het wetsvoorstel werden gemeenten verplicht een ontheffing te verlenen aan langdurig 'gedoogde' onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen.
. . . lees verder op Internet
Ontslag met wederzijds goedvinden ongedaan gemaakt door rechter
De kantonrechter in Amsterdam heeft een ontslag met wederzijds goedvinden ongedaan gemaakt, omdat de werkgever druk op de werknemer had uitgeoefend om de ingewikkelde overeenkomst binnen een dag te tekenen. De werkgever had de werknemer aan de vooravond van de verkoop van het bedrijf verteld dat hij ontslagen was en dat hij een overeenkomst van ontslag met wederzijds goedvinden moest tekenen om zijn WW-rechten geldend te maken. Hij moest dezelfde dag nog tekenen. Die handelwijze vindt de rechter onzorgvuldig. Er is geen rekening gehouden met de wettelijke opzegtermijn en er is slechts een zeer beperkte vergoeding betaald. De werkgever voert aan dat hij klachten heeft over het functioneren van de werknemer, waarop de rechter antwoordt dat voor ontslag wegens disfunctioneren andere procedures gelden. Ook zouden er bedrijfseconomische redenen zijn voor het ontslag. Voor deze stelling vindt de rechter geen bewijs.
. . . lees verder op Internet
Huurverhoging per 1 juli 2012
De prijzen van huurwoningen stijgen per 1 juli 2012 met maximaal 2,3%. Dat staat in een circulaire van minister Spies van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan onder meer gemeenten en verhuurders. De maximale huurverhoging van de kale huurprijs met 2,3% volgt zoals afgesproken in het regeerakkoord het niveau van de inflatie. Nieuw is de mogelijkheid voor verhuurders om de prijs van de woning extra met maximaal 5% te verhogen bij inkomens boven 43.000 Euro. Daarmee kan de verhoging voor deze huurder dus komen op maximaal 7,3%. Het parlement moet nog instemmen met dit wetsvoorstel waarmee het kabinet de doorstroming op de woningmarkt wil bevorderen. Verhuurders kunnen vooruitlopend op de inwerkingtreding van de wet een verklaring van de Belastingdienst vragen om te weten te komen welke huishoudens een inkomen boven 43.000 Euro hebben.
. . . lees verder op Internet
EU-hof: ook vakantie voor zieke werknemers
Ook personen die wegens ziekte niet kunnen werken, hebben recht op een grote vakantie. Dat bevestigde het Europees Hof van Justitie in Luxemburg recent. Het recht op vier weken betaalde vakantie is bij zieke werknemers niet afhankelijk van een minimum aan gewerkte dagen, aldus de rechters. Zij bogen zich over het proces van een vrouw die in de clinch ligt met haar Franse werkgever. Zij eist vakantie over de bijna 14 maanden die zij ziek was na een ongeval op weg naar haar werk. De werkgever verwees naar Europese wetgeving, die stelt dat een werknemer per jaar minstens tien dagen moet hebben gewerkt om recht te krijgen op verlof. Volgens Luxemburg echter mag zieke werknemers het recht op vakantie niet worden ontnomen.
. . . lees verder op Internet
|
|
|
Eerste Kamer neemt wetsvoorstel Verduidelijking rechtsvermoeden werkgeverschap aan
De Eerste Kamer heeft vandaag het wetsvoorstel Verduidelijking van het rechtsvermoeden van werkgeverschap aangenomen. Dit voorstel wijzigt de Wet minimumloon en minimumvakantiebijdrage (WML). Een werkgever dient minimumloon en minimumvakantiebijslag te betalen en dient daarom ook schriftelijk aan te kunnen tonen welk loon voor welk aantal uren is betaald aan personen met wie een arbeidsverhouding bestaat. Het wetsvoorstel beoogt de situaties te ondervangen waarin de arbeidsinspectie naleving van de wet niet kan vaststellen wegens het ontbreken van de daarvoor benodigde administratieve gegevens. Wanneer bij de toezichthouder - op basis van feiten en omstandigheden - het rechtsvermoeden bestaat dat bepaalde personen voor een (malafide) werkgever werken of werkten en onderbetaald worden of werden, dient deze werkgever dit rechtsvermoeden te weerleggen wil deze niet in overtreding zijn.
. . . lees verder op Internet
|
|
|