Juridische Nieuwsflits juli 2018 Terug naar nieuwsoverzicht

 

Editie juli 2018

---

Europese procedure voor geringe vorderingen

U wilt een schadevergoeding voor een geannuleerde vlucht, maar de luchtvaartmaatschappij zetelt in Spanje? Of u wacht op de terugbetaling van een niet-geleverde online-bestelling bij een Franse webshop? Wat kunt u doen als uw pogingen tot minnelijke oplossing tevergeefs zijn geweest?

Small claims al sinds 2009 mogelijk
Sinds 2009 kunnen personen die een geschil hebben met een handelaar gevestigd in een ander land van de Europese Unie (behalve Denemarken), gebruikmaken van de Europese procedure voor geringe vorderingen (“small claims”). Dankzij deze procedure kunnen personen met een vordering van maximum 5000 euro hun rechten snel en eenvoudig doen gelden. Omgekeerd betekent dit natuurlijk ook dat debiteuren vanuit het EU-buitenland door een schuldeiser van over de grens gemakkelijker kunnen worden benaderd om hun schuld te innen. Europese regels hebben een vraag- en een aanbodzijde: vanuit het EU-buitenland wordt aan de Nederlandse rechter tot dusverre slechts in 30 gevallen per jaar verzocht om uitvoering jegens Nederlandse debiteuren, maar omgekeerd wordt vanuit Nederland door crediteuren een veel groter beroep gedaan op de Europese small claims procedure jegens debiteuren in het EU-buitenland.

Drempelwaarde verhoogd
Deze verordening geldt voor procedures, waarbij tenminste een van de partijen in een andere lidstaat woont dan waar de rechter gevestigd is. Een vonnis heeft directe rechtsgeldigheid in Europa (behalve Denemarken). Voor deze Europese procedure zijn standaardformulieren opgesteld, die in alle talen beschikbaar zijn. De drempelwaarde was aanvankelijk vastgesteld op maximaal € 2.000,- maar is opgetrokken naar € 5000,-. Deze wijziging is per 14 juli 2017 in werking getreden. Een verhoging van het plafond van een vordering is volgens de Europese Commissie een doeltreffend en kostenefficiënt rechtsmiddel om grensoverschrijdende geschillen toegankelijker maken, vooral voor kleine en middelgrote ondernemingen.

De procedure en de modelformulieren
Om de procedure te starten, moet standaardformulier A worden ingevuld. Dit formulier is te vinden op het Europees e-justice portaal. Alle relevante stukken zoals ontvangstbewijzen en facturen, moeten bij dit formulier worden gevoegd, en door de schuldeiser - die de vordering wil innen - worden toegezonden aan het bevoegde gerecht in zijn land. Wanneer het gerecht het vorderingsformulier ontvangt, vult het zijn deel van het antwoordformulier in. Binnen 14 dagen na ontvangst van het vorderingsformulier wordt een kopie, samen met het antwoordformulier door het gerecht aan de verweerder ter kennis gebracht. Die dient binnen 30 dagen te antwoorden door zijn deel van het antwoordformulier in te vullen. Het gerecht zendt een kopie van een eventueel antwoord van de verweerder binnen 14 dagen toe aan de eiser. Binnen 30 dagen na ontvangst van het (eventuele) antwoord van de verweerder geeft het gerecht een beslissing over de vordering, verzoekt het de partijen om schriftelijk nadere gegevens te verstrekken, of roept het de partijen op voor een mondelinge behandeling.

Procesvertegenwoordiging vaak toch handig
Het is niet verplicht zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen, maar door de specifieke procedure vaak wel handig en praktisch. Als de rechtbank over de nodige uitrusting beschikt, moet de behandeling via tele- of videoconferentie plaatsvinden. Zaken betreffende Europese small claims worden behandeld door de kantonrechter. Praktisch nadeel is dat als de wederpartij een tegenvordering van meer dan € 5000,- instelt (een zgn. reconventionele vordering) dat dan de Europese procedure niet meer gevolgd kan worden. Tegen een beslissing van de kantonrechter staat hoger beroep open binnen 30 dagen vanaf de beslissing.

---

Verbetertraject bij disfunctioneren van de werknemer

Disfunctioneren betekent dat de werknemer in onvoldoende mate voldoet aan de gestelde functie-eisen en/of dat de werknemer op onjuiste wijze zijn taken vervult.

Vaststellen en vastleggen disfunctioneren
Wanneer de werkgever eenmaal heeft vastgesteld dat de werknemer disfunctioneert, moet de werkgever hierover met de werknemer in gesprek gaan. De werkgever moet in dat gesprek heel concreet kunnen benoemen wat eraan scheelt en op welke onderdelen verbetering wordt verlangd. Verder moet één en ander duidelijk door de werkgever op papier worden gezet.

Opstellen verbetertraject
De derde stap is een kwalitatief goed verbetertraject, door middel waarvan de werknemer in de gelegenheid wordt gesteld om zijn functioneren te verbeteren. Van de werkgever wordt   verlangd de werknemer hierin te ondersteunen en moeten ze samen de voortgang tussentijds evalueren.

Ontslag vaak lastig
Het ontslaan op grond van disfunctioneren is moeilijk, maar niet onmogelijk, mits er onder meer een kwalitatief goed verbetertraject wordt gevolgd.

---

Invalleerkrachten mogen binnenkort vaker invallen

Vanaf volgend schooljaar mogen invalkrachten vaker bijspringen. Scholen in het basisonderwijs en speciaal onderwijs kunnen invalkrachten vanaf komend schooljaar meerdere contracten achter elkaar aanbieden. Nu zijn dergelijke invalkrachten, die soms maar één dag of enkele dagen komen, al snel door hun maximumaantal contracten heen.

Minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft besloten in te grijpen, hoewel hij de wet al wilde wijzigen. Hij reageert op een verzoek van de werkgevers en werknemers. Zij moeten de aanpassing in hun cao's vastleggen.

Sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid (Wwz) vallen scholen in het bijzonder onderwijs onder de zogenoemde ketenbepaling. Dit betekent dat invallers na een aantal tijdelijke contracten recht krijgen op een vaste baan. Voor het primair onderwijs bleek de ketenbepaling een probleem.

---

Geen landelijke invoering digitaal procederen

De Raad vindt het niet verantwoord digitaal procederen in handelsvorderingszaken met verplichte procesvertegenwoordiging landelijk in te voeren. Dat zou namelijk betekenen dat er veel tijd, energie en geld moet worden gestoken in de invoering van programmatuur waarvan de kwaliteit omstreden is, en die ver afstaat van de te ontwikkelen nieuwe oplossing voor de digitale toegankelijkheid van de rechtspraak.

De Raad heeft dit besluit genomen op basis van onder meer de ervaringen die zijn opgedaan bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, gesprekken met ketenpartners en adviezen over de technische implicaties van landelijke invoering.

Er komt in de toekomst sowieso een nieuw systeem, omdat het huidige platform (Oracle) in de toekomst niet meer zal worden ondersteund. Hierdoor is het draagvlak van de landelijke invoering te dun en het rendement op de totale investering niet verantwoord.

 

Terug naar nieuwsoverzicht