Juridische Nieuwsflits december 2012 Terug naar nieuwsoverzicht

 

 

 


Maak duidelijke afspraken in beëindigingsovereenkomst over boete bij overtreding relatiebeding


Lees artikel


De aansprakelijkheid van de moedervennootschap volgens artikel 2:403 BW

Lees artikel

 

Maak duidelijke afspraken in beëindigingsovereenkomst over boete bij overtreding relatiebeding

 

Het komt regelmatig voor dat een werkgever en een werknemer een regeling treffen over het einde van de arbeidsovereenkomst. In een dergelijke regeling worden zaken geregeld als het moment waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, een ontslagvergoeding als ook een concurrentie- of een relatiebeding. Deze afspraken worden vastgelegd in een beëindigingsovereenkomst of een vaststellingsovereenkomst. Gezien een recente uitspraak van het Gerechtshof Leeuwarden is het van essentieel belang dat de afspraken duidelijk worden vastgelegd. Wat was het geval?

 

De betreffende werkgever en de werknemer hadden een arbeidsovereenkomst gesloten waarin een concurrentiebeding en een relatiebeding waren opgenomen. Voorts diende de werknemer aan de werkgever een boete te betalen als de werknemer een beding zou overtreden.

 

Op enig moment bleek dat de relatie tussen de werkgever en de werknemer niet meer optimaal was. Met behulp van een mediator trachtten de werkgever en de werknemer een oplossing te vinden voor de situatie. Beide partijen hadden ook juridisch advies ingeroepen. Uiteindelijk na verschillende malen overleg te hebben gevoerd, sloten de werkgever en een werknemer een overeenkomst. In deze overeenkomst werd onder meer opgenomen dat de arbeidsovereenkomst eindigde. De werknemer ontving een beëindigingsvergoeding. Daarnaast spraken de werkgever en de werknemer af dat de werknemer bij vier met name genoemde relaties van de werkgever zonder toestemming van de werkgever geen werkzaamheden mocht verrichten.

 

Na enige tijd heeft één van de vier in de vaststellingsovereenkomst genoemde relaties de (inmiddels ex-) werkgever verzocht toestemming te verlenen aan de (ex-) werknemer om voor haar werkzaamheden te verrichten. De werkgever was hiertoe bereid als de werknemer een deel van de beëindigingsvergoeding terugbetaalde. De werknemer was hiertoe niet bereid.

 

Uiteindelijk bleek dat de werknemer toch werkzaamheden was gaan verrichten voor de betreffende relatie. De werkgever was het hier niet mee eens en betrok de werknemer in een juridische procedure. De werknemer had immers het relatiebeding dat in de beëindigingsovereenkomst was opgenomen overtreden. Zowel de kantonrechter als het Gerechtshof waren het met de werkgever eens. De werknemer had zich aan de afspraak in de beëindigingsovereenkomst moeten houden. Was de werknemer door overtreding van het relatiebeding iets aan de werkgever verschuldigd? De werkgever meende dat de werknemer aan haar de in de arbeidsvoorwaarden vastgelegde boete was verschuldigd. In de beëindigingsovereenkomst was echter niets geregeld over een boete.

 

Het Gerechtshof meende dat daar waar de werkgever en de werknemer ter gelegenheid van het einde van de arbeidsovereenkomst geen nadere afspraken hadden gemaakt over een boete en iedere verwijzing naar de boeteclausule die in de arbeidsvoorwaarden was opgenomen, ontbrak, de werkgever geen beroep toekwam op die boeteclausule. Gegeven de voorliggende situatie had het op de weg van de werkgever, dan wel van partijen, gelegen om hieraan aandacht te besteden in de beëindigingsovereenkomst. Door dit niet te doen, zou de werkgever mogelijk een vergoeding toekomen, maar daar diende hij het Gerechtshof nader over te informeren. Als het de bedoeling van de werkgever was geweest om ook bij overtreding van het relatiebeding in de beëindigingsovereenkomst een boete van de werknemer te ontvangen, dan had de werkgever dat dus expliciet in de overeenkomst moeten opnemen. Het is dan ook van essentieel belang om de beëindigingsovereenkomst kritisch door te nemen en te kijken of alle elementen hierin zijn opgenomen, dus zoals in dit geval een boeteclausule, alvorens hierop een akkoord te geven.


. . . terug naar boven

De aansprakelijkheid van de moedervennootschap volgens artikel 2:403 BW

 

Als iemand zaken doet met een vennootschap die deel uitmaakt van een groter concern is het verstandig om in het handelsregister te controleren of de moedervennootschap een verklaring heeft ingeschreven, dat zij zich aansprakelijk stelt voor alle schulden van de dochtervennootschap, de zogenaamde '403-verklaring'. Dat biedt meer zekerheid voor de betaling van de facturen. Hoewel opletten geboden blijft. De '403- verklaring' wordt afgegeven indien binnen het concern een geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld. De financiële cijfers van de dochtervennootschappen worden geïntegreerd in de jaarrekening van de moedervennootschap. Dat betekent dat een dochtervennootschap geen eigen jaarrekening hoeft te publiceren. Dat betekent ook dat de crediteuren geen inzicht wordt geboden in het reilen en zeilen van zo'n dochtervennootschap.

 

Als tegenprestatie eist de wet dat de moedervennootschap een verklaring afgeeft dat zij zich aansprakelijk stelt voor de verplichtingen van de dochtervennootschappen. Die aansprakelijkheid geldt dan voor vorderingen die voortvloeien uit rechtshandelingen die door de dochtervennootschap zijn aangegaan, nadat de moedervennootschap de '403-verklaring' heeft ingeschreven. Trekt een moedervennootschap de '403-verklaring' weer in, dan zal zij dat ook moeten inschrijven. Vanaf dat moment moet de dochtervennootschap natuurlijk weer de eigen jaarrekening publiceren.

 

____1a_____X__1b__2a_____Y___1c___2b____3__

 

Welke vorderingen door de '403-verklaring' worden gedekt, laat zich met de bovenstaande tijdslijn als volgt uitleggen. X is de datum waarop de '403-verklaring' ingaat en Y is de datum waarop de verklaring wordt ingetrokken. Vordering 1a vloeit voort uit een rechtshandeling (bijvoorbeeld overeenkomst) die voor de datum X ligt. Vorderingen voor de datum X zijn niet gegarandeerd.

 

Vordering 1b vloeit voort uit een rechtshandeling die weliswaar voor datum X is aangegaan, maar de vordering (factuur) is ontstaan na datum X. Vordering 1b is wel gedekt.

 

Maar vordering 1c is ontstaan na de intrekking op datum Y en dat betekent dat die vordering niet is gedekt.

 

Vordering 2a vloeit voort uit een rechtshandeling die is aangegaan tijdens de aansprakelijkheidsperiode. Deze vordering is volledig gedekt.

 

Vordering 3 is ontstaan uit een rechtshandeling die werd aangegaan na de intrekkingsdatum Y en dus niet gedekt.

 

Interessant is vordering 2b. Deze vordering is ontstaan uit een rechtshandeling, die werd aangegaan tijdens de aansprakelijkheidsperiode. De vordering is echter opgekomen na datum Y. Een goed voorbeeld is een huurovereenkomst. De huurovereenkomst werd aangegaan tussen X en Y. Vordering 2b zijn dan de vervallen huurtermijnen na datum Y.

 

Men noemt dit 'overblijvende verplichtingen'. De moedervennootschap komt niet zomaar van haar aansprakelijkheid voor dit soort vorderingen af. Daarvoor moeten vier cumulatieve stappen worden gezet:

  • de binding tussen moeder en dochter moet zijn verbroken;
  • de intrekking van de aansprakelijkheidsverklaring moet worden ingeschreven in het handelsregister;
  • de intrekking van de aansprakelijkheidsverklaring moet ook worden gepubliceerd in een landelijk dagblad;
  • er verstrijken twee maanden zonder dat een of meerdere crediteuren zich verzetten tegen de intrekking of de rechtbank wijst het ingestelde verzetschrift af'.

 

Indien een crediteur zaken doet met een dochtervennootschap waarvoor een '403-verklaring' is ingeschreven, dan weet de crediteur dat niet alleen verhaal bij de dochtervennootschap te halen is, maar ook bij de moedervennootschap. Maar de crediteur die een overeenkomst sluit waaruit langdurige financiële verplichtingen voor de dochtervennootschap ontstaan, zal van tijd tot tijd moeten controleren of de '403-verklaring' nog steeds geldt.


. . . terug naar boven

Ontslag via UWV kan toch geld opleveren

 

Werknemers die ontslagen zijn via de UWV-route, maken niet vaak bezwaar bij de rechter omdat het lastig is om hun schade ‘hard te maken’. Een nieuwe rekenmethode brengt daar verandering in.

 

Even voor het overzicht: er zijn twee routes bij ontslag. De eerste is via de rechter; daarbij krijgt een werknemer (doorgaans) een geldbedrag mee dat wordt berekend met de kantonrechtersformule. De tweede route is via het UWV; daarbij krijgt een werknemer in principe niets mee, tenzij afgesproken in het sociaal plan òf toegekend door een rechter wanneer hij daar in beroep gaat.

 

Ook rechters vonden het verschil oneerlijk en zijn vanaf 2009 de kantonrechtersformule gaan toepassen op de UWV-ontslagenen die bij hen langskwamen. Maar de Hoge Raad trok daar een streep doorheen. Zij oordeelde dat voor deze mensen de schade berekend moest worden. De Kring van Kantonrechters is positief over de nieuwe rekenmethode en zegt deze te zullen gaan gebruiken. De toegevoegde waarde zit hem erin dat werknemers kunnen inschatten of het zin heeft om te gaan procederen. Ook geeft het beide partijen handvatten om beter met elkaar te overleggen wanneer ze uit elkaar gaan.


. . . lees verder op Internet

Eerste Kamer stemt in met vereenvoudiging bestuursprocesrecht

 

De Eerste Kamer heeft een wetsvoorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie aanvaard dat bestuursrechters meer mogelijkheden biedt om zaken sneller en definitief af te doen. Het zal bijvoorbeeld minder vaak nodig zijn om een heel nieuw besluitvormingstraject te volgen als de rechter gebreken in een besluit van bijvoorbeeld een gemeente of provincie heeft geconstateerd die er voor de inhoud van het besluit niet toe doen. Dit voorkomt onnodige vertraging in de procedure.

 

Belanghebbenden kunnen zich alleen nog met succes beroepen op voorschriften die hun eigen belangen beogen te beschermen. Verder komt er een algemene verplichting voor de bestuursrechter om het hem voorgelegde geschil zo veel mogelijk definitief te beslechten. Ook krijgt de rechter ruimere bevoegdheden om een passende uitspraak te doen als hij het beroep gegrond acht.


. . . lees verder op Internet

Senaat stemt in met afschaffing verjaring zware misdrijven

 

De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Opstelten dat de verjaring afschaft voor misdrijven waar een maximale gevangenisstraf van twaalf jaar of meer op staat. Dat geldt eveneens voor ernstige zedenmisdrijven gepleegd tegen kinderen. Nu verjaren alleen de misdrijven met levenslange gevangenisstraf niet.

 

Verder wordt de verjaringstermijn verlengd voor misdrijven waarop een maximale gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld. Die termijn wordt twintig jaar in plaats van de huidige twaalf jaar. Hieronder vallen onder meer zware mishandeling en diefstal met geweld. De nieuwe regeling gaat in op 1 januari 2013.

 

Opstelten vindt het onwenselijk dat daders van bijvoorbeeld verkrachting en doodslag enkel door tijdsverloop aan hun straf kunnen ontkomen. Vervolging van zware delicten moet altijd mogelijk zijn.


. . . lees verder op Internet

Eén EU-octrooi bespaart ondernemers geld

 

Er komt 1 EU-Octrooi waarmee ondernemers makkelijker en goedkoper hun ideeën in 25 van de 27 lidstaten van de EU kunnen beschermen. De kosten van die bescherming dalen daarmee met 90%. Dat hebben Europese ministers die zich bezighouden met het concurrentievermogen van de Europese economie op 10 december besloten.

 

Een octrooi aanvragen in de EU kost nu nog tenminste 20.000 euro. Dit komt deels omdat octrooien in veel verschillende talen moeten worden opgesteld. Straks hoeft dat alleen nog maar in het Engels, Frans en Duits.

 

De kosten zijn nu ook nog hoog omdat het octrooi per lidstaat wordt aangevraagd en de wettelijke regels per lidstaat verschillen. Straks kunnen rechters oordelen over 1 octrooiwet die voor alle lidstaten gaat gelden. Ook komt er 1 centraal octrooigerecht dat uitspraken kan doen bij geschillen tussen bedrijven.


. . . lees verder op Internet

Opstelten pakt faillissementsfraude aan

 

Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie wil met aanpassing van de Faillissementswet faillissementsfraude harder aanpakken. Ook wil hij de doorstart van noodlijdende bedrijven makkelijker maken en de faillissementsprocedure vereenvoudigen. De maatregelen zijn bedoeld om het ondernemersklimaat in Nederland gezond te houden en het reorganiserend vermogen van bedrijven te versterken.

 

Allereerst komt er een wetgevingsprogramma herijking faillissementsrecht. De bedoeling daarvan is onder meer het reorganiserend vermogen van bedrijven te versterken. Zo zou een dwingend akkoord, door de rechter opgelegd, ertoe kunnen bijdragen dat individuele schuldeisers een bedrijf niet onnodig failliet kunnen laten gaan.

 

De bestrijding van faillissementsfraude wordt integraal georganiseerd middels preventie, bestuurlijk toezicht, civielrechtelijk verhaal en strafrechtelijke handhaving. Ondernemers hebben er groot belang bij om met een bonafide partij in zee te gaan.


. . . lees verder op Internet

Vergunning voor buitenlandse werknemer nog maar een jaar geldig

 

Het wordt voor werkgevers vanaf volgend jaar minder makkelijk om werknemers van buiten de Europese Unie in te huren. Zo is een tewerkstellingsvergunning voortaan nog maar één jaar geldig en kan een vergunning worden geweigerd als een werkgever in het verleden is veroordeeld voor het overtreden van arbeidswetgeving, zoals de Arbowet.

 

Het kabinet vindt het onwenselijk dat werknemers van buiten de Europese Unie worden aangenomen, terwijl er in Nederland nog een half miljoen mensen met een uitkering zijn die kunnen werken. De voorwaarden voor een vergunning voor buitenlandse werknemer worden daarom aangescherpt. Vanaf volgend jaar verplicht de wet werkgevers marktconform loon te betalen. Als blijkt dat werkgevers in een sector te weinig naar Nederlandse werknemers of werknemers van binnen de Europese Unie zoeken dan kan de minister voor die sector een quotum vaststellen. Ook kan een werknemer van buiten de Europese Unie straks pas na vijf jaar in Nederland te hebben gewerkt zonder vergunning aan de slag. Nu is dat na drie jaar.


. . . lees verder op Internet

 


Afmelden

Indien u deze nieuwsbrief niet meer wenst te ontvangen kunt u zich hiervoor afmelden door dit kenbaar te maken middels het sturen van een mail aan ons kantoor. Klik hiervoor op een van de knoppen bovenaan deze nieuwsbrief.

Disclaimer

Hoewel bij het samenstellen van de inhoud van deze digitale nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, sluiten de samenstellers van deze digitale nieuwsbrief iedere aansprakelijkheid uit voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van informatie die in of via deze digitale nieuwsbrief beschikbaar is.

 

 

Terug naar nieuwsoverzicht